Scheepsbeslagen
Nederland staat bekend als een beslagleggingsparadijs vanwege het pragmatische systeem voor beslag van zeeschepen. De rechters en leden van de natte balie zijn zich terdege bewust van de enorme gevolgen van een beslag. De onuitgesproken regel is steeds: ‘schepen moeten varen’, en vanuit dat oogpunt zal de rechter de positie van betrokken partijen.
De procedure is internationaal gezien verrassend eenvoudig: de advocaat stelt het verzoekschrift op voor de rechtbank – dit kan binnen enkele uren of minder worden gedaan, afhankelijk van de beschikbaarheid van informatie. De rechtbank beslist binnen een dag of zelfs direct op het verzoekschrift. Voor buitengewoon dringende zaken heeft de rechtbank Rotterdam een pikettelefoonnummer beschikbaar, zodat er altijd een rechter bereikt kan worden.
Bij het verzoekschrift zijn enkele kernproducties gevoegd die bewijs leveren over de identiteit van partijen en de aard en hoogte van de vordering in kwestie. Het is doorgaans niet vereist om een tegengarantie te stellen voordat er tot beslag mag worden overgegaan. De rechtbank zal met het verlenen van het beslagverlof een termijn stellen waarbinnen de eis in hoofdzaak dient te zijn ingesteld, waar ook ter wereld, en of het nu gaat om arbitrage of reguliere rechtspraak.
Nadat beslagverlof is verkregen, mag de deurwaarder aan boord om het verlof te betekenen. De deurwaarder brengt bij beslag op een zeeschip ook de havendienst op de hoogte van het beslag, waarmee het schip ook langs die weg het vertrekken onmogelijk is gemaakt, omdat de scheepsagent door die melding geen sleepboten, roeiers of loodsen kan bestellen om het schip te laten vertrekken.
Nederland is partij bij de Brussels beslagverdrag van 1952, dus het beslag kan niet voor iedere vordering gelegd worden. De pragmatische en doeltreffende procedure, die ook nog eens gehouden wordt zonder dat de eigenaren van dit schip het weten lijkt in het nadeel van de zijde van het schip te zijn, maar het ligt genuanceerder dan dat. Tegenwicht biedt de vaste regel dat als de vordering uiteindelijk wordt afgewezen in de toepasselijke arbitrage of gerechtelijke procedure, het beslag zal gelden als een onrechtmatige daad, waardoor de beslaglegger dus aansprakelijk is voor alle schade die met het beslag is aangericht. Een crediteur zal zich dus echt twee keer achter de oren moeten krabben alvorens tot beslaglegging over te gaan.
Dat er nog meer tegenwicht is blijkt uit de drie opties voor de crediteuren die met een scheepsbeslag zijn geconfronteerd om het schip weer varend te krijgen:
Ten eerste kunnen ze gewoon de vordering betalen. Als alternatief kunnen ze een garantie of zogenaamde Club Letter stellen, welke zekerheid dan in de plaats treedt van het beslag.
In Rotterdam maken wij dankbaar gebruik van het Rotterdams Garantieformulier (download pdf). De beslaglegger kan onder de garantie trekken wanneer hij de zaak ten gronde wint, en zodra deze beslissing niet meer vatbaar is voor beroep.
De beslaglegger lijkt dus met een dergelijke garantie in een beter positie te zijn dan met het beslagen schip als onderliggende zekerheid, aangezien hij het schip al kan laten veilen zodra hij een uitvoerbare beslissing heeft, of daar nu wel of geen hoger beroep meer tegen open staat. Ook kunnen eigenaren failliet gaan en kunnen schepen tenietgaan voordat de beslaglegger zijn vordering heeft toegewezen gekregen, dus de beslaglegger is beter af met een garantie op Rotterdam Garantieformulier, maar de voordelen voor de beslagene zijn ook groot: die kan ondertussen gewoon geld blijven verdienen met het schip. Het is dus geven en nemen, wat weer resulteert in een uitgebalanceerde en redelijke garantietekst. Het Rotterdams Garantieformulier heeft zijn waarde bewezen en het maakt het getouwtrek over de exacte formulering van de garantie dat we uit andere jurisdicties kennen in Nederland overbodig.
De derde mogelijkheid voor eigenaren is om hun geluk voor de rechtbank te beproeven; zij zullen dan een kort geding moeten starten, met als eis dat het beslag moet worden opgeheven, of de garantie moet worden teruggegeven. Onze advocaten heeft dergelijke gedingen dikwijls en met succes gevoerd, zelfs een keer namens de reder binnen dezelfde dag dat het beslag was gelegd.
De rechtbank zal de beslaglegger gelasten het beslag op te heffen, als de beslaglegger de rechter summierlijk heeft weten te overtuigen van de ongegrondheid van de vordering, of dat bij de beslaglegging bepaalde formaliteiten niet zijn vervuld. De rechter kan in zeer dringende zaken al ter zitting, mondeling bevelen dat het beslag moet worden opgeheven. Deze opheffing kent weinig formaliteiten en kan binnen enkele minuten al rond zijn.
Voor vorderingen jegens de tijdbevrachters kan een schuldeiser overwegen om de bunkers te beslaan. Ook is bewijsbeslag mogelijk, bijvoorbeeld als informatie over bunker verbruik nodig is: de deurwaarder kan dan elektronische gegevens (machinekamerlogboeken) in beslag nemen.